Ga naar de inhoud

In een waterrijke provincie als Zeeland is het belang van visserij vanzelfsprekend. Dit geldt vanaf de prehistorie tot op de dag van vandaag. De oudste sporen van visserijactiviteiten dateren van duizenden jaren voor Christus. Al vanaf het mesolithicum (8000-4000 v. Chr.) werd in deze contreien gevist. Zo zijn in Aardenburg weerhaken uit deze periode gevonden die werden gebruikt als onderdeel van een harpoen. Uit de ijzertijd (800-12 v. Chr.) komen netgewichten van diverse vindplaatsen. Deze gewichten van aardewerk of natuursteen duiden op het gebruik van netten in deze tijd. In de Romeinse tijd (ongeveer 0-275 n. Chr.) kwam visserij op diverse plaatsen voor. Naast visserij voor zelfvoorziening kwam in deze tijd enige handel in visproducten op gang.