Ga naar de inhoud
Bron

Erfgoedlijn

Nieuw Zeeland

Moderne bedrijvigheid in een veranderend landschap

Zeeuwen zijn innovatief. Altijd op zoek naar nieuwe bronnen om welvaart en welzijn te verzekeren. Kanalen, spoorwegen en industrie gaven delen van de provincie een heel nieuw uiterlijk. De inrichting van het landschap ging erdoor op de schop. Zakelijkheid en welvaartspolitiek beheersten Zeeland in de tweede helft van de twintigste eeuw.

  • Zwart wit foto van een brug over een kanaal.
    De brug over het Kanaal door Walcheren bij Middelburg, ca. 1870 Roelse, H./ZB Beeldbank Zeeland/181456

    Opening Kanaal door Walcheren

    Begin negentiende eeuw werd besloten vanuit Middelburg een nieuw kanaal te graven in de richting van Veere. Koning Willem I liet in die tijd veel kanalen graven. In 1817 werd het kanaal geopend. Het liep in één rechte lijn in noordoostelijke richting naar het Veerse Meer, toen Oosterschelde. In Middelburg sloot het aan op de bestaande kaaien.
    Lees meer
  • Leden van het Het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs bezichtigen het stationsterrein en maakten een rit heen en weer naar Vlissingen in een trein samengesteld uit een locomotief en zand- en tenderwagens om de spoorweg- en havenwerken te zien.
    Leden van het Het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs bezichtigen het stationsterrein en maakten een rit heen en weer naar Vlissingen in een trein samengesteld uit een locomotief en zand- en tenderwagens om de spoorweg- en havenwerken te zien. Preuninger, A./ZB Beeldbank Zeeland/13383

    Aanleg Zeeuwse spoorlijn

    Met de voltooiing van het traject tot de haven van Vlissingen was de Zeeuwse spoorlijn op 1 september 1873 een feit. Het eerste initiatief dateerde van 1846, toen aannemer Dirk Dronkers een concessie kreeg voor de aanleg van een spoorlijn Vlissingen-Middelburg-Venlo-Maastricht. In 1839 had hij al een concessieaanvraag ingediend voor afdamming van het Sloe en het Kreekrak, en een kanaal door Walcheren. Dit was het jaar waarop de eerste Nederlandse trein daadwerkelijk reed van Amsterdam naar Haarlem.
    Lees meer
  • Sepia kleurige foto met daarop een fabriekshal met veel oude machines.
    Interieur machinefabriek van de Koninklijke Maatschappij de Schelde in Vlissingen, ca. 1882 Zeeuws Archief, Fotocollectie Vlissingen, nr 18661

    Scheepswerf Koninklijke Maatschappij De Schelde

    Al in de zeventiende eeuw legden de WIC en de Admiraliteit een basis met scheepshellingen en een droogdok in Vlissingen. Tijdens de Franse tijd werd oorlogsschade hersteld, waardoor de werf in 1814 werd gekozen als rijkswerf van de Marine. Het terrein breidde sterk uit en bood ruimte voor de bouw en het onderhoud van uiteenlopende marineschepen. In 1868 sloot de rijkswerf door bezuinigingen, maar in 1873 nam koning Willem III het initiatief tot heropening. Twee jaar later ontstond de Koninklijke Maatschappij De Schelde, destijds het grootste en modernste scheepswerf van Nederland.
    Bekijk object
  • Zwart-witte foto met daarop een ouderwets dubbeldekker vliegtuig in een veld. Voor het vliegveld staat een groep mensen.
    Eerste vliegweek Vlissingen in 1911 Zeeuws Archief, Fotocollectie Vlissingen, nr 6120

    Aanleg vliegveld Vlissingen

    Het eerste Zeeuwse vliegveld werd bij Vlissingen gerealiseerd, ongeveer waar nu de wijk Westerzicht ligt. Het werd aangelegd vanwege de Eerste Wereldoorlog. Toen de oorlog was afgelopen, maakte burgemeester Van Woelderen zich hard voor het behoud van het vliegveld. Zijn lobby-acties hadden succes. In 1926 werd Vliegveld Vlissingen officieel geopend voor zowel de burgerluchtvaart als militair gebruik. Niet veel later kwam er ook een KLM-lijndienst tot stand voor Rotterdam – Haamstede – Vlissingen
    Lees meer
  • Prentbriefkaart met daarop de Cokesfabriek Association Coopérative Zélandaise de Carbonisation aan de Oostkade te Sluiskil
    Sluiskil, Gezicht op de Coc-ovens Zeeuws Archief, Fotoarchief J. Torbijn, Goes, nr SLK-P-46

    Bouw Cokesfabriek in Sluiskil

    Ver voor IJmuiden de Hoogovens had, had Sluiskil al zijn cokesfabriek. De fabriek lag aan de overzijde van het kanaal en veel van werknemers woonden in Sluiskil. Vanuit het dorp was te zien hoe de fabriek enorme stoomwolken uitstootte als de gloeiende kolen werden afgekoeld. Vanaf de jaren vijftig was het de cokesfabriek voor de wind gegaan, maar daarna luidden een crisis in de staalindustrie en goedkopere cokes uit China het einde in. De fabriek werd in 1999 gesloten.
    Bekijk object
  • Een watertoren in de steigers met vier mannen ervoor.
    De bouw van de watertoren aan de Kinderdijk te Axel, 1936 Zeeuws Archief, Fotoarchief Gemeente Axel, Fotoarchief Gemeente Axel, nr 836

    Eerste watertoren in Zeeuws-Vlaanderen

    Meer dan zestig meter hoog is hij en daarmee een van de hoogste in Nederland. De watertoren in Axel dateert uit 1936 en was op dat moment de eerste in Zeeuws-Vlaanderen. Twintig jaar lang voorzag hij ook Terneuzen en omgeving van water. Hij is al lang niet meer in gebruik, maar staat er nog steeds. Zijn rijzige gestalte torent ver uit boven de bosschages van het omliggende natuurgebied. Een monument van vooruitgang uit de twintigste eeuw.
    Lees meer
  • Een zwart-witte prentbriefkaart met daarop een 120 meter hoge toren in een landschap met wat bomen.
    Prentbriefkaart Televisietoren te Goes Zeeuws Archief, Zeeuws Genootschap, Zelandia Illustrata, Prentbriefkaarten, nr 9546

    Zeeland krijgt televisie

    De televisietoren van Goes is een blikvanger in het Zuid-Bevelandse landschap. Dankzij deze zendmast kreeg Zeeland in 1957 televisie. Daarnaast was de toren ook belangrijk voor andere communicatiesystemen. De ontwikkeling van het medialandschap en de techniek schreed in ras tempo voort. Maar mede door kunstinitiatieven bleef de televisietoren een baken in de omgeving.
    Lees meer
  • 1817
  • 1846 1873
  • 1875 1983
  • 1911
  • 1911
  • 1936
  • 1957
Hele oude zwart-wit foto met op de achtergrond enkele huizen en bomen, in het midden enkele werktuigen en op de voorgrond een grote groep mannen die aan het werk is in het droogstaande kanaal.
Verbetering van het Kanaal Gent-Terneuzen; sluisvloer en aanleg metselwerk, 1883 ZB Beeldbank Zeeland/20108
Kanalen en spoorlijnen

Maar eigenlijk was vooruitgang al veel langer het toverwoord. In de negentiende eeuw investeerde de overheid fors in de aanleg van kanalen en spoorlijnen om de welvaart in de provincie te bevorderen. In die periode kwamen grote werken tot stand: het Kanaal van Gent naar Terneuzen, het Kanaal door Zuid-Beveland, het Kanaal door Walcheren en de spoorlijn die Midden-Zeeland met Noord-Brabant verbond. Daar werden nog aansluitende tramlijnen aan toegevoegd. Van die trams zijn nog steeds sporen te vinden. Het opvallend hoge oude tramstation aan de Burghseweg in Burgh-Haamstede is nu een woonhuis. Ook zijn er veel dorpen waar al tientallen jaren geen tram meer rijdt, maar waar je nog wel een Tramstraat vindt (Domburg en Koudekerke, bijvoorbeeld). Wil je een ouderwetse treinrit maken? Dat kan met de Stoomtrein Goes-Borsele. Hun stoomtreinen nemen je mee door het Zuid-Bevelandse landschap.

Fabrieken

Industrie veranderde het Zeeuwse panorama ingrijpend. In Vlissingen werd scheepswerf De Schelde opgericht. Een groot deel van de binnenstad veranderde daardoor in bedrijventerrein – nog steeds houdt het oude centrum van Vlissingen zichtbaar abrupt op. Op het terrein waar vroeger De Schelde zat, zijn gebouwen als de Timmerfabriek, Machinefabriek, Zware Plaatwerkerij en een torenkraan nog aanwezig; in de oude verbandkamer is museum De Scheldewerf ingericht.

Zeeuws-Vlaanderen werd dankzij de verbindingen tussen België en de Schelde een interessante vestigingsplaats voor Franse en Belgische fabrieken. Langs het Kanaal Gent-Terneuzen vestigden zich voedingsindustrie en uiteindelijk ook zware industrie: een fosfaatfabriek (Sas van Gent) en een cokesfabriek en kunstmestfabriek (Sluiskil). Beide dorpen ontwikkelden zich tot echte industriedorpen. In het Industrieel Museum Zeeland (in een prachtig bewaard gebleven voormalige suikerloods in Sas van Gent) wordt het verhaal van de industriële ontwikkeling in Zeeland verteld. Je kunt hier ook de stoomgenerator van de oude cokesfabriek in werking zien.

Een oude sepia kleurige foto die een inkijkje geeft in de ketelmakerij van De Schelde. De fotograaf kijkt van boven neer op veel verschillende industriële machines, ook zie je verschillende staal installaties, katrollen, lampen en ketels. In de hoek is de datum genoteerd: 18-6-1898.
Ketelmakerij Scheepswerf Koninklijke Maatschappij De Schelde, 1898 ZB Beeldbank Zeeland/89161
Een witte watertoren met daarop kunstwerk "De Bron", bestaande uit een geschilderde scheur en waterdruppels, waardoor het lijkt alsof er water uit de toren stroomt. Op de voorgrond bomen.
Watertoren in Oostburg Beeldbank Provincie Zeeland, beeldbank.zeeland.nl, F. Buonadonna
Landbouwindustrie en -nijverheid

Op het platteland vestigde zich vanaf het eind van de negentiende eeuw aan de landbouw gerelateerde industrie, zoals zuivel- en suikerfabrieken en vlasnijverheid. Ook de verhandeling van landbouwproducten betekende bedrijvigheid: er kwamen bijvoorbeeld fruitveilingen en coöperatieve aankoopverenigingen met pakhuizen en silo’s. Ook kwamen er nutsvoorzieningen. Watertorens zijn opvallende getuigen uit die tijd. Bij Axel kun je in het toeristisch seizoen een van de hoogste watertorens van Nederland beklimmen. Via een loopbrug heb je zicht op het waterreservoir van maar liefst 300 m³.

Nieuwe inrichting

De Tweede Wereldoorlog en de watersnoodramp van 1953 richtten grote schade aan. Voor het herstel werd Zeeland uitermate grondig aangepakt. De provincie kreeg een compleet nieuwe impuls! Bijna twee derde van de Zeeuwse landbouwgrond ging door her- en ruilverkavelingen op de schop. De kavels landbouwgrond en de boerenbedrijven werden vergroot. Veel karakteristieke Zeeuwse kenmerken verdwenen daardoor, al behield bijvoorbeeld de Zak van Zuid-Beveland wel zijn kleinschalige karakter.
Ook spraakmakende waterstaatkundige werken werden in deze tijd uitgevoerd. Na de voltooiing van het technische huzarenstukje van de Oosterscheldekering waren de Deltawerken in Zeeland gereed. Door de dammen werden vissershavens afgesloten. Daarover lees je meer op Strijd tegen het water.

Zeehavens en industriegebieden

In dezelfde periode beleefde Zeeland een grootschalige industrialisatie. Dankzij overheidssteun ontwikkelden Terneuzen en Vlissingen zich tot grote zeehavens en industriegebieden. Dat zorgde voor een belangrijke toename van de zeescheepvaart. Reusachtige zeeschepen wringen zich tegenwoordig door de vaargeul in de Westerschelde. Een bezienswaardigheid van de eerste orde. Bij de zeesluizen aan de rand van Terneuzen (het Portaal van Vlaanderen) heb je perfect zicht op de gigantische schepen. Ook kun je van hieruit rondvaarten maken op het Kanaal van Gent naar Terneuzen. In de haven van Vlissingen organiseert North Sea Port ook rondvaarten.

In de zeehavens concentreerden zich de scheepsbouw, metaalindustrie en chemische industrie. De kerncentrale Borssele werd gebouwd om deze bedrijven van grote hoeveelheden goedkope energie te voorzien. Later werd daar ook een opslag voor radioactief afval aangelegd. Voor het eerst ging de industrie een substantiële bijdrage leveren aan de Zeeuwse economie en de provincie wist zich daarmee wereldwijd te profileren.

In de jaren tachtig kenterde het economisch tij. Hele sectoren kwamen in de problemen. Overheid, onderwijs en bedrijfsleven sloegen de handen ineen voor nieuwe initiatieven die de regionale economie moesten doen groeien. Duurzaamheid werd een speerpunt; bio-base het toverwoord. Innovatieve sectoren werden gekoppeld aan traditionele bedrijfssectoren: agrifood en aquafood. Daarover lees je meer op Zilt en zoet.

De luchtfoto toont zowel het sluizencomplex met verschillende bruggen en wegen op de voorgrond als het centrum van Terneuzen op de achtergrond. Goed te zien is de ligging aan de Westerschelde.
Luchtfoto sluizen bij Terneuzen Beeldbank Provincie Zeeland, beeldbank.zeeland.nl, Photographics
Een kunstzinnig doorkijkje door de witte driehoekige pijlers die de Zeelandbrug ondersteunen.
Zeelandbrug Daniel van den Berg/Unsplash
Dammen, bruggen en een tunnel

De dammen die in het kader van de Deltawerken werden aangelegd, verbonden de eilanden over de weg met elkaar. De Krabbenkreekdam verbond Tholen met Sint-Philipsland. Met de Zeelandbrug werden in 1965 Schouwen-Duiveland en Noord-Beveland aan elkaar gekoppeld. Al die verbindingen gingen ten koste van de veerdiensten, maar maakten het eenvoudiger voor Zeeuwen om eens op een ander eiland te gaan kijken, bijvoorbeeld tijdens het rondje rijden op zondagmiddag. Het slotakkoord was de opening in 2003 van de Westerscheldetunnel tussen Zuid-Beveland en Zeeuws-Vlaanderen, de langste verkeerstunnel van Nederland. Innovatie en daadkracht zorgden ervoor dat alle delen van Zeeland eindelijk écht met elkaar verbonden waren.

Objecten

Bekijk de objecten die bij deze erfgoedlijn horen!