De ramp van februari 1953 bezorgde een duidelijke boodschap: dit mag niet meer gebeuren. De veiligheid van mens, dier en land moest drastisch worden verbeterd. De minister van Verkeer en Waterstaat riep op 18 februari 1953 de Deltacommissie in het leven. De deskundigen in deze commissie moesten de minister adviseren welke maatregelen noodzakelijk waren om een volgende watersnoodramp te voorkomen. Met behulp van ideeën en voorstellen die al vóór 1953 waren gemaakt, stelde de commissie een plan op tot de versterking van dijken en de gedeeltelijke afsluiting van riviermonden. De uitvoering van dit Deltaplan ging in 1954 van start. Het plan gaf aan welke maatregelen nodig waren. Het resultaat: nieuwe dammen, een stormvloedkering en dijken op Deltahoogte.